Hoe komt het dat sommige leerlingen steeds hun spullen kwijt zijn, anderen blijven hangen in frustratie of gewoon niet beginnen aan hun werk? Grote kans dat je dan te maken hebt met een ontwikkelingsvraagstuk rondom executieve functies.
Executieve functies zijn geen ‘trucjes’ of vaste methodes, maar hersenvaardigheden die kinderen nodig hebben om te leren leren. Denk maar eens aan: remmen, plannen, focussen, emoties reguleren, doorzetten, organiseren… En jij als leerkracht speelt daarin een grotere rol dan je misschien denkt.
Remmen is te leren
Neem Luca, die slim is maar antwoorden door de klas roept. Niet uit baldadigheid, maar omdat zijn innerlijke rem (reactie-inhibitie) nog volop in ontwikkeling is. Wat hielp?Zijn antwoord eerst opschrijven op een wisbordje. Zo simpel kan het zijn. Veel gedrag dat storend lijkt, is eigenlijk een signaal: “Ik kán dit nog niet goed.”
Tip
Emoties? Die mogen er zijn
Sommige leerlingen worden snel boos, verdrietig of raken gefrustreerd. Niet omdat ze lastig zijn, maar omdat hun brein even overspoeld raakt. Help hen door emoties te benoemen, veiligheid te bieden en een rustige plek in de klas aan te wijzen.
Tip
Starten met werk: waarom is dat zó moeilijk?
Beginnen lijkt simpel, maar niet als je niet weet waar je moet starten of als het werk veel lijkt, dan wordt dat lastig. Finn uit groep 8 liep vast. Door samen de opdracht op te delen en te helpen bij het startmoment, kwam hij in beweging.
Tip
Focus: een vaardigheid, geen karaktertrek
Volgehouden aandacht, ofwel concentratie, is te oefenen. Niet iedere leerling kan ‘gewoon even opletten’, zeker niet in een prikkelrijke omgeving. Help hen door structuur te bieden, duidelijke verwachtingen te scheppen en afwisseling in te bouwen.
Tip
Flexibel zijn in je hoofd
Niet ieder kind vindt het makkelijk om met veranderingen om te gaan. Neem Liv, die in tranen uitbarstte toen ze een andere plek in de klas kreeg. Voor haar voelde dat als een groot verlies van houvast. Door naar haar te luisteren, haar gevoelens te erkennen en samen naar oplossingen te zoeken, durfde ze het tóch aan.
Flexibiliteit betekent niet dat alles altijd maar moet kunnen of dat je je overal zomaar bij neerlegt. Het gaat erom dat je leert schakelen, ook als dingen anders lopen dan verwacht. En dat begint met begrip en oefening.
Tip
Doorzetten kun je leren
Doelgericht doorzetten vraagt meer dan motivatie. Het vraagt strategieën, vertrouwen en ruimte om fouten te maken. Help leerlingen om te reflecteren op hun aanpak, hun successen te vieren (hoe klein ook), en te snappen dat leren soms lastig mag zijn.
Tip
Werkgeheugen ontlasten
Vergeten wat je net hoorde? Niet kunnen onthouden wat je moet doen? Dan is het werkgeheugen overbelast. Bied instructies in kleine stappen aan, gebruik visuele ondersteuning en geef ruimte voor herhaling.
Tip
Plannen: van idee naar actie
Tess had grootse ideeën voor haar kunstproject. Ze wist precies wat ze wilde maken, of eigenlijk: wat ze allemaal wilde maken. Maar juist daardoor bleef ze hangen in het denken. Waar moest ze beginnen? Welke stap kwam eerst?
Help een leerling als Tess door samen het einddoel helder te maken, alle ideeën te inventariseren en het project op te delen in overzichtelijke stappen. Zo ontstaat rust en richting. Dat geeft vertrouwen om te beginnen én om door te zetten.
Plannen is niet alleen iets voor later. Het is een vaardigheid die je ontwikkelt door te doen, door te oefenen met vooruitkijken en keuzes maken. En daarbij mag de leerling jouw hulp gebruiken.
Tip
Organiseren: grip krijgen op de chaos
Hoewel Tess nu een plan had, raakte ze alsnog regelmatig spullen kwijt, vergat ze materialen of werkte ze in een rommelige volgorde. Haar hoofd zat vol en haar tafel ook. Ze wilde graag verder, maar wist niet hoe.
Geef leerlingen structuur door samen te kijken naar wat ze nodig hebben, in welke volgorde, en waar het hoort. Denk aan vaste routines, logische volgordes en visuele reminders. Dat helpt hen het werk en omgeving overzichtelijk te houden.
Tip
Tijdsgevoel ontwikkelen
Kleuters denken vaak niet verder dan ‘na de fruitpauze’, terwijl kinderen in groep 8 al kunnen voruitdenken naar het weekend. Toch blijft het inschatten van tijd lastig voor veel leerlingen. Hoe lang duurt een taak echt? En hoeveel tijd heb je nog?
Tijdsbesef en timemanagement leer je niet in één keer. Het vraagt oefening: tijd meten, inschatten en bijstellen. Door dit regelmatig samen te doen, bouwen kinderen stap voor stap een gevoel voor tijd op.
Tip
Denken over je eigen denken
Metacognitie draait om het vermogen van leerlingen om stil te staan bij hoe ze leren. Wat pakte ik goed aan? Wat liep stroef? En wat kan ik de volgende keer anders doen? Door kinderen hier bewust bij stil te laten staan, versterk je hun zelfinzicht en eigenaarschap.
Dat hoeft niet ingewikkeld te zijn. Een simpele vraag aan het eind van de dag: “Wat heb je geleerd?” of “Wat werkte goed vandaag?”, helpt al om het denken op gang te brengen.
Tip
Executieve functies ontwikkelen zich niet van de ene op de andere dag. Het is een groeiproces, waarin jij als leerkracht een belangrijke rol speelt, gewoon in de dagelijkse praktijk. Door er bewust aandacht aan te geven en klein te beginnen, help je kinderen stap voor stap vooruit.
En het mooie is: wat je vandaag oefent, werkt morgen door. Niet alleen in je klas, maar in het leven van je leerlingen.
Ben je op zoek naar meer tips, voorbeelden of praktische werkvormen per vaardigheid? Kijk op deze website, op onze socials↪ of luister naar onze podcasts↪.