Deze set bevat 121 kaarten. Per executieve functie zijn er 10 stellingen die te gebruiken zijn voor kinderen in het voortgezet onderwijs.
Gesprekskaarten Executieve Functies Voortgezet Onderwijs
Deze set bevat 121 kaarten. Per executieve functie zijn er 10 stellingen die te gebruiken zijn voor kinderen in het voortgezet onderwijs. Ook is er van iedere executieve functie een categoriekaart.
Alle coaches, begeleiders en remedial teachers willen met kinderen en tieners in gesprek. Dat is onze drijfveer voor het ontwikkelen van gesprekskaarten over executieve functies (EF). Door in gesprek te gaan met elkaar kom je er achter welke hulpvraag er speelt en kun je samen inzichtelijk maken wat er al goed gaat en wat er beter kan.
De stellingen op de kaarten nodigen uit om tijdens het (kind)gesprek helder te krijgen waar de leerling al goed in is en waar er verbeterpunten mogelijk zijn.
De leerling wordt betrokken bij zijn eigen leerproces waardoor de motivatie om te werken aan de verbeterpunten wordt vergroot.
Hoe kun je de kaarten gebruiken? Dit is één van de mogelijkheden:
De hulpvraag van ouders luidt: “Mijn zoon kan niet plannen en daar hebben we thuis altijd strijd over. Het lukt hem niet om zijn huiswerk af te krijgen en doet dit dan op het laatste moment, waardoor hij en wij daar stress van hebben.”
De coach pakt de gesprekskaarten met het onderdeel Plannen erbij en bespreekt de stellingen die hier op staan. Door gebruik te maken van doorvraagvragen wordt bekeken of hij echt niet kan plannen of dat er misschien iets anders aan de hand is. Uit het gesprek met het kind blijkt dat hij wél heel goed is in het inpakken van zijn voetbaltas en zijn eigen koffer. In die situatie kan hij dus plannen. Je kunt nu gaan bespreken met het kind hoe hij de overgang gaat maken van het inpakken van je voetbaltas naar het plannen van je huiswerk.
Het kan ook zijn, dat het probleem meer ligt in het missen van overzicht. Dan kun je bijvoorbeeld de timemanagement-kaarten erbij pakken.
Zowel het kind als jij krijgen op deze manier goed inzicht waaraan je gaat werken met elkaar.
Voorbeelden van een stelling op een gesprekskaart plannen: * Ik gebruik strategieën om mijn huiswerk te onthouden. * Ik heb altijd of meestal de juiste materialen die ik nodig heb om mijn huiswerk te kunnen maken en leren. * Een kalender of agenda helpt mij bij het verminderen van stress bij toetsen.