Deze set bevat 69 kaarten. Per executieve functie zijn er 5 stellingen die te gebruiken zijn voor kinderen vanaf ongeveer 7 jaar.
Gesprekskaarten Executieve Functies Basisonderwijs
Deze set bevat 69 kaarten. Per executieve functie zijn er 5 stellingen die te gebruiken zijn voor kinderen vanaf ongeveer 7 jaar. Ook is er van iedere executieve functie een categoriekaart.
Alle coaches, begeleiders en remedial teachers willen met kinderen in gesprek. Dat is onze drijfveer voor het ontwikkelen van gesprekskaarten over executieve functies (EF). Door in gesprek te gaan met elkaar kom je er achter welke hulpvraag er speelt en kun je samen inzichtelijk maken wat er al goed gaat en wat er beter kan.
Wat zijn executieve functies en waarom is het belangrijk om hieraan te werken?
Executieve functies zijn 11 vaardigheden die je nodig hebt om te kunnen slagen in het leven: * op school * in je werk * in relatie tot anderen * in je persoonlijke leven
De 11 executieve functies zijn:
Denkvaardigheden 1. plannen 2. organiseren 3. timemanagement 4. werkgeheugen 5. metacognitie
Gedragsvaardigheden 6. reactie-inhibitie 7. emotieregulatie 8. volgehouden aandacht 9. taakinitiatie 10. flexibiliteit 11. doelgericht doorzettingsvermogen
De stellingen op de kaarten nodigen uit om tijdens het (kind)gesprek helder te krijgen waar de leerling al goed in is en waar er verbeterpunten mogelijk zijn.
De leerling wordt betrokken bij zijn eigen leerproces waardoor de motivatie om te werken aan de verbeterpunten wordt vergroot.
Hoe kun je de kaarten gebruiken?
Dit is één van de mogelijkheden:
De hulpvraag luidt: “Het lukt niet om zijn weektaak af te krijgen en doet dit dan op het laatste moment, waardoor hij en wij daar stress van hebben.”
De coach pakt de gesprekskaarten met het onderdeel Plannen erbij en bespreekt de stellingen die hier op staan. Door gebruik te maken van doorvraagvragen wordt bekeken waar het plannen niet goed lukt. Uit het gesprek met het kind blijkt dat hij wél heel goed is in het inpakken van zijn voetbaltas en zijn eigen koffer. In die situatie kan hij dus plannen. Je kunt nu gaan bespreken met het kind hoe hij de overgang gaat maken van het inpakken van je voetbaltas naar het plannen van je huiswerk.
Het kan ook zijn, dat het probleem meer ligt in het missen van overzicht. Dan kun je bijvoorbeeld de timemanagement-kaarten erbij pakken.
Zowel het kind als jij krijgen op deze manier goed inzicht waaraan je gaat werken met elkaar.
Voorbeelden van een stelling op een gesprekskaart plannen: * Ik weet welke opdracht ik als eerste moet doen. * Ik voel het wanneer ik het te druk heb. * Ik heb mijn weektaak meestal op tijd af.
Onze kaartensets kun je onderscheiden door de smileys op de achterkant van de kaarten en de smileys op de doos:
Basisonderwijs heeft 1 smiley
Voortgezet Onderwijs heeft 2 smileys
Praktijkonderwijs & (V)MBO heeft 3 smileys
Zo kun je de kaarten door elkaar gebruiken en daarna weer makkelijk sorteren.